Wat is de betekenis van Riche?

2025-07-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Riche

I. rijk; welvarend; kostbaar, prachtig; ce n’est pas riche, dat heeft niet veel om ’t lijf; être riche à millions, schatrijk, millioenen rijk zijn; riche de millions, millioenen rijk; riche de son patrimoine, rijk door zijn vaderlijk erfdeel; être riche en (de), rijk zijn aan; II. un riche, een rijke; le mauvais riche...