Ribbenkast
v., 1. benig samenstel der ribben; 2. lichaam: tot heil van onze ribbenkast, van onze gezondheid ; — iem. wat op zijn ribbenkast geven, slaag geven.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. benig samenstel der ribben; 2. lichaam: tot heil van onze ribbenkast, van onze gezondheid ; — iem. wat op zijn ribbenkast geven, slaag geven.
Muiswerk Educatief (2017)
ribbenkast - zelfstandig naamwoord uitspraak: rib-ben-kast 1. het geraamte van de borst ♢ de menselijke ribbenkast bestaat uit twaalf paar ribben Zelfstandig naamwoord: rib-ben-kast de ribbenkast ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('ribbən) v. (-en) 1. door de ribben omsloten borstkas. 2. Uitbr. a. beendergestel : iemand zo slaan dat zijn kraakt, b. lichaam ; iemand op zijn geven, hem afrənselen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., benig samenstel van de ribben; lichaam: iemand op zijn ribbenkast geven, slaag geven; tot heil van onze ribbenkast, van onze gezondheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: