Wat is de betekenis van ribbenkast?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ribbenkast

v., 1. benig samenstel der ribben; 2. lichaam: tot heil van onze ribbenkast, van onze gezondheid ; — iem. wat op zijn ribbenkast geven, slaag geven.

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ribbenkast

ribbenkast - zelfstandig naamwoord uitspraak: rib-ben-kast 1. het geraamte van de borst ♢ de menselijke ribbenkast bestaat uit twaalf paar ribben Zelfstandig naamwoord: rib-ben-kast de ribbenkast ...

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ribbenkast

('ribbən) v. (-en) 1. door de ribben omsloten borstkas. 2. Uitbr. a. beendergestel : iemand zo slaan dat zijn kraakt, b. lichaam ; iemand op zijn geven, hem afrənselen.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ribbenkast

v./m., benig samenstel van de ribben; lichaam: iemand op zijn ribbenkast geven, slaag geven; tot heil van onze ribbenkast, van onze gezondheid.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)