Wat is de betekenis van Rhododendron?

(Gr.), m. (-s), plantengeslacht uit de fam. der Ericaceeën, meestal sierstruiken met leerachtige, gaafrandige altijdgroene bladeren en grote, fraai gekleurde bloemen ; in ’t bijz. de bij ons veel gekweekte R. ponticum met grote, veelal lichtviolette bloemschermen.

van Gr. woorden die betekenen: roos - boom; houtige plant met rozerode bloemen

Het woord ‘rhododendron’ stamt oorspronkelijk uit het Grieks en betekent letterlijk ‘rode boom’. Rhododendrons zijn struiken, die in enkele gevallen wel eens de hoogte van een boom bereiken. Ze dragen soms rode bloemen en hebben bladeren, die nooit afvallen. In het wild wordt de rhododendron vooral aangetroffen op de hellingen van gebergten, in Eu...

fam. Ericaceae, is een groot gesl. van heesters, gekenmerkt door zwak 2-zijdig symmetrische bloemen, die meestal m.o.m. gevlekt zijn (z.g. spots). Het gesl. Azalea tvordt met R. verenigd.In cultuur komen vele soorten en bastaarden voor, die het best als volgt te groeperen zijn: (1) Grootbladige R., altijdgroene struiken met vrij grote, meestal lan...

s., rodendrum.

rhododendron, alpenroos.

rhododendron.

plantengeslacht uit de Heidekruidfam.* Wild in de Alpen de Alpenroos veel gekweekt in tuinen en parken in grootbloemige variëteiten. Grote kwekerijen in Boskoop en Gent. Veenachtige, moerassige grond en enige schaduw zijn de beste levensvoorwaarden. Kleinbloemige soorten worden in de rotstuinen geplant (R. praecox bloeit zeer vroeg in het jaar...

(Gr.) m. alpen- of bergroos.