Rhámnus lanceoláta PURSH
O. N.-Amerika; 2-3 m. Een zeer sterke en breed uitgroeiende struik met donkergroene, lancetvormige bladeren, welke zeer laat afvallen of bij zachte winters soms aan de struik overblijven. Jonge twijgen aanvankelijk behaard, eerst groen, later rood-bruin getint; takken met lichtbruine stippen. Bladeren 8-14 cm lang, zeer jong zijnde iets behaard, l...