Wat is de betekenis van Reüma?

aandoening aan gewrichten, spieren en pezen. aandoening aan gewrichten, spieren en pezen, die gepaard gaat met pijnlijke ontstekingen en stijfheid in de gewrichten. In de algemene taal en in de terminologie van het Reumafonds als verzamelnaam voor een groot aantal verschillende aandoeningen aan gewrichten, spieren en pezen. In medische ta...

reuma - zelfstandig naamwoord uitspraak: reu-ma 1. ziekte waarbij spieren, pezen en gewrichten ontstoken en pijnlijk zijn ♢ oma Thiadens loopt krom van de reuma Zelfstandig naamwoord: reu-ma de reuma

Verzamelnaam voor verschillende aandoeningen van gewrichten en spieren (uitspraak: REU-maa, RUI-maa). De dokter bedoelt met ‘reuma’ vooral reumatoïde artritis (RA). Daarnaast bestaat er kortdurend, acuut reuma. Dat is een infectieziekte die met koorts samengaat en waarbij gewrichten ontsteken en hartkleppen kapot kunnen gaan. Reuma kan slaan op ont...

[Lat. en Gr. rheuma = eig.: vloed, zware verkoudheid, van Gr. rhein = vloeien] pijnlijke ontsteking van gewrichten of spieren, waarbij vergroeiingen kunnen optreden.

betekent eigenlijk rivier en is afkomstig van het beeld van het rondstromen van de ziektestoffen in het lichaam. Pijnlijke, ontstoken en door stofwisselingsvergiften veroorzaakte ziekte van spieren, gewrichten en weivliezen. Kouvatten is vaak de aanzet, infectieuze en toxische processen zijn vaak de eigenlijke oorzaak van deze ziekte. Als bijzonder...

(G., rheuma = vloed), afkorting van reumatiek, verzamelnaam voor reumatische aandoeningen van gewrichten, spieren of pezen. Volksziekte, ➝ cortison.

rheuma.

m. y f. rheumatiek.

('reuma) o. afkorting van reumatiek.