Wat is de betekenis van resteren?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Resteren

(resteerde, is geresteerd), nog overblijven: de resterende vier dagen van zijn vacantie; inz. nog betaald moeten worden: de resterende f 100 zal ik u de volgende maand geven.

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

resteren

resteren - regelmatig werkwoord uitspraak: res-te-ren 1. niet gebruikt zijn, niet voorbij zijn ♢ nu resteren ons nog drie dagen, dan is de vakantie om Regelmatig werkwoord: res-te-ren het resteert ...

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Resteren

overblijven

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Resteren

overblijven; achterstallig zijn.

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

resteren

overschieten, -blijven nog onaangezuiverd zijn.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

resteren

geresteerd; resten, overblijven; schuld: achterstallig zijn: resterende schuld.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

resteren

('te:rən) (resteerde, heeft geresteerd) 1. over zijn, overblijven. 2. achterstallig zijn : de –de schuld.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Resteren

(resteerde, is geresteerd), nog overblijven: de resterende vier dagen van zijn vakantie.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

resteren

resteren leenwoord Zie: rest