Wat is de betekenis van Rest?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rest

v. (-en), 1. wat overblijft of gebleven is: de rest van het gebruikte materiaal; resten van een maaltijd; — (in ’t bijz.) wat overblijft na het volvoeren van een rekenkundige bewerking: die deling gaat op zonder rest; wat uit een vroegere tijd is overgebleven : resten van vroegere schoonheid; 2. wat nog blijft voor...

2025-07-22
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Rest

Zie Restina

2025-07-22
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rest

rest - zelfstandig naamwoord 1. wat nog over is ♢ de rest van de vakantie gaan we wandelen 1. stoffelijke resten [het lichaam van een dode] 2. voor de rest ...

2025-07-22
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

rest

1. De nog resterende slagen. 2. Uitdrukking gebruikt door een speler die alle resterende slagen wil claimen.

2025-07-22
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

rest

al de rest (de rest, vgl. tout le reste)

2025-07-22
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Rest

en de - is geschiedenis, cliché-einde van een biografische anekdote. Sinds de jaren tachtig. Uit het Engels: the rest is history. Twee van Amsterdams beroemdste zonen - Johnny Jordaan en Johan Cruyff - hebben hun ideale biograaf gevonden in een andere beroepsmokum- mer: Bert Hiddema. Op 25 april 1947 werd Koning Voetbal geboren, op 25 april 1957 we...

2025-07-22
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rest

s., rest, rêst, oerskot (it); de —, it oare; de(van personen), de oaren.

2025-07-22
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

rest

I. rusten, uitrusten (van from); rustig blijven; rust hebben; rest on (upon), rusten op [v. zorg]; gebaseerd zijn op, steunen, berusten op; II. laten (doen) rusten, rust geven; baseren, steunen; (God) rest his soul, de Heer hebbe zijn ziel; III. rest oneself, (uit) rusten; IV. rust, pauze; rustplaats, tehuis; rustpunt, steun(tje); bok [bij &rsquo...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-22
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Rest

rest, overblijfsel, overschot; einem den Rest geben, iemand de genadestoot geven; ich komme dir den Rest, ik leeg mijn glas op je gezondheid; die sterblichen Reste, het stoffelijk overschot; Rester, restanten.