Wat is de betekenis van Resideeren?

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

resideeren

resideeren - wonen (vooral van vorsten gezegd, ook van notarissen).

2025-07-25
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Resideeren

wonen.

2025-07-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Resideeren

Fr., wonen (van een vorst of een notaris). resident zaakgelastigde eener regeering in het buitenland; hoofd van een gewest in Oost-Indië.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Resideeren

Resideeren - (resideerde, heeft geresideerd), wonen, verblijf houden (inz. van een vorst); notaris M., resideerende te A., die te A. gevestigd is.

2025-07-25
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

resideeren

resideeren - ow. gel., wonen, verblijf houden (inz. van eenen vorst); gevestigd zijn te ... (van eenen notaris)

Gerelateerde zoekopdrachten