resideeren
resideeren - wonen (vooral van vorsten gezegd, ook van notarissen).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
dr. Jan Romein (1906)
Fr., wonen (van een vorst of een notaris). resident zaakgelastigde eener regeering in het buitenland; hoofd van een gewest in Oost-Indië.
J.H. van Dale (1898)
Resideeren - (resideerde, heeft geresideerd), wonen, verblijf houden (inz. van een vorst); notaris M., resideerende te A., die te A. gevestigd is.
I.M. Calisch (1864)
resideeren - ow. gel., wonen, verblijf houden (inz. van eenen vorst); gevestigd zijn te ... (van eenen notaris)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: