Wat is de betekenis van reptiel?

(<Lat.), o. (-en), kruipend dier; — (dierk.) tot de klasse der Reptilia behorend dier; — (fig.) verachtelijk wezen.

koudbloedig gewerveld dier. dier uit een klasse van koudbloedige gewervelde dieren die nagenoeg allemaal op het land leven en die in de regel een geschubde huid hebben, zoals de hagedissen, de slangen, de krokodillen en de schildpadden. Voorbeelden: Om tocn maar wat gezelschap te hebben, 's avonds na het werk, had hij dertien ja...

reptiel - zelfstandig naamwoord uitspraak: rep-tiel 1. kruipend, koudbloedig dier, dat eieren legt en op het land leeft ♢ de krokodil is een reptiel Zelfstandig naamwoord: rep-tiel het reptiel ...

verachtelijk figuur; klootzak. In het boksen krijg je alleen klappen als je niet uitkijkt of als die andere kerel sterker is, maar in mijn vak word je altijd verneukt omdat het stikt van de reptielen. (Nieuwe Revu, 05/12/1991)

kruipende dier.

Honderd miljoen jaar geleden waren er heel wat meer reptielen dan tegenwoordig. Ze leefden niet alleen op het land maar bevolkten ook het water en het luchtruim. Hun aantal was zo groot, dat de tijd waarin ze de aarde beheersten wel eens het Reptielentijdperk wordt genoemd. Veel van de reptielensoorten, die in dat tijdperk leefden, zijn tegenwoordi...

s.n., krûpdier (it).

o. reptielen (Fr. reptile, Lat. reptilis = kruipend: kruipend dier): de reptielen hebben een niet constante lichaamstemperatuur, ademen door longen, leggen eieren en hebben een met schubben bedekte huid, b.v. schildpadden, slangen.

(rep'ti:l) o. (–en) [Fr. < Lat. repere, kruipen] kruipend dier.