Repliek
(<Fr.), v. (-en), antwoord op hetgeen ons is toegevoegd: iem. van repliek dienen, ook pregnant voor : een terechtwijzend of afdoend antwoord geven, de spreker op zijn nummer zetten: — (rechtst.) antwoord van de eiser op het verweer van de gedaagde; conclusie van repliek, gedingstuk waarin de eiser dit antwoord geeft.