rendir
(i), overgeven, prijs geven (een vesting); onderwerpen, overmeesteren; opbrengen, opleveren, afwerpen, renderen; vermoeien, uitputten afmatten; (uit-) braken, overgeven; rendir gracias, bedanken; rendir homenaje, hulde brengen, - bewijzen; geven, overgeven, ter hand stellen, overhandigen.