rendah
1 laag; 2 nederig, bescheiden, onderdanig; 3 min(netjes), minderwaardig; merendah, dalen, neerstrijken; nederig (doen); merendahkan, verlagen; vernederen, kleineren; merendahkan dïri, zich vernederen, onderdanig zijn; rendahan, lager (personeel enz); kerendahan, 1 verlaging, laagheid; 2 laaggelegen (land); 3 nederigheid, onderdanigheid.