Wat is de betekenis van Reisdag?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reisdag

m. (-en), elk der dagen dat men op reis is of die men nodig heeft om het reisdoel te bereiken.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

reisdag

m. (-en), elk van de dagen dat men op reis is of die men nodig heeft om het reisdoel te bereiken.

Gerelateerde zoekopdrachten