Wat is de betekenis van Réfléchir?

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Réfléchir

I. terugkaatsen; afspiegelen; II. peinzen, zich beraden, bezinnen, bedenken, overwegen, zijn gedachten laten gaan, nadenken (à ook sur over); donner à réfléchir, te denken geven; sans réfléchir, ook: onbedachtzaam; III. se réfléchir, teruggekaatst worden, zich afspiegelen.

Gerelateerde zoekopdrachten