Wat is de betekenis van Reesel?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Reesel

Reesel - REESEM, m. (-s), (gew.) rist: een reesem vinken, 24 geplukte vinken aan eene rist.

Gerelateerde zoekopdrachten