Wat is de betekenis van REDDINGIUS?

2025-07-27
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

REDDINGIUS

Fr. predikantengeslacht. Stamvader Jodocus (Osnabrück 1566-Dokkum na 1642). Het geslacht bloeit nog.Zie: W. G. Reddingius Jz., Geslachtsregister der familie R. (1866); N.B.W. x, 782-788. —, Gerard Benthem, theoloog (Engelum 20.6.1774Assen 27.10.1844). Verdedigde o.l.v. Ev. Wassenbergh een Specimen philologiae patriae over Gysbert Japicx...

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Reddingius

(red'dingius) (Joannes) Nederlands dichter, ° 29 juni 1873 te Deurne(3), overleden 14 okt. 1944 te Bennekom ; schreef o. a. Johanneskind (1910), Regenboog en Jeugdverzen (1913), Tusschen twee Werelden (1933).

2025-07-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Reddingius

Reddingius - (Joannes), Nederl. dichter, geb. 1873 te Deurne, waar zijn vader predikant was. Bezocht de H. B. S. in Zaandam, wendde zich een tijdlang tot de klassieke letteren en deed zich als een fijn, zangerig lyrisch dichter kennen in de volgende bundels: Johannes Knid (2e druk 1913), Regenboog (m Jeugdverzen) (1913), Zonnewende (1916), Morgenro...

2025-07-27
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Reddingius

Reddingius (Gerard Benthem), een verdienstelijk Nederlandsch godgeleerde, geboren den 20sten Junij 1774, studeerde te Franeker, waar hij de zeer geprezene dissertatie schreef: „De Psalmis bis editis (1795)”, en werd achtervolgens predikant te Minnertsga, Schildwolde, Waardenburg en Neerrijnen en Assen waar hij den 27sten October 1844 overleed. De H...