Wat is de betekenis van Recul?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Recul

(Fr.), o. (-s), terugstoot van een vuurwapen bij het afschieten.

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Recul

[Fr., van reculer = achteruitgaan, achteruitlopen, van cul = achterste, gat, kont] terugloop van kanon bij afvuren.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Recul

terugstoot van een wapen bij het vuren

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Recul

o., achterwaartse beweging; terugstoot (van een kanon)

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Recul

’t achteruitlopen; t ’t teruglopen [v. koers]; terugsprong, terugstoot, terugloop [v. geschut]; (juiste) afstand om iets te beschouwen; à recul, achteruitlopend; terugspringend; effet de recul, trekbal; donner un effet de recul, trekken.

2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

recul

(Fr.) o. terugsprong, terugstoot (inz. van geschut).

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

recul

m. (Fr. Z.-N. achteruitgang).

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

recul

(rə'kul) o. [Fr.] Mil. terugstoot van een kanon bij het af vuren.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Recul

Achterwaartsche beweging, terugstoot van een vuurwapen.