Wat is de betekenis van Reçu?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reçu

(Fr.), I. zn. o. (-’s), schriftelijk bewijs van ontvangst : voor iedere postwissel die men verzendt, ontvangt men een reçu ; boeken worden mee naar huis gegeven tegen afgifte van een omlertekend reçu ; II. bn., (gemeenz.) alg. aanvaard : dat is reçu in Indië, dat doet, ziet men daar algemeen.

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Reçu

[Fr., van dw van recevoir = Lat. recipere; zie recepis] I zn ontvangstbewijs; II bn algemeen aanvaard en gebruikelijk.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Reçu

ontvangstbewijs; algemeen aanvaard

2025-07-27
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

reçu

in bepaalde uitleensystemen gebruikt bewijs van lening van een document dat met de handtekening van de lener in de uitleenadministratie achterblijft, terwijl doorgaans een kopie als begeleidingsbon met het document meegaat; ook bij uitzondering gebruikt voor de registratie van de uitlening van kostbare werken. - ontvangstbewijs.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Reçu

o., bewijs van ontvangst; bijv. nw. : algemeen aanvaard

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Reçu

I. ontvangen; cela est assez reçu, dat is zo tamelijk algemeen, dat is zo het gebruik; être reçu à faire qc., ’t mogen doen; II. ontvangstbewijs, reçu; au reçu de..., bij de ontvangst van...

2025-07-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Reçu

(Fr.: ontvangen), schriftelijk bewijs van ontvangst.

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

reçu

(Fr.) 1 aj. algemeen gebruikelijk; in zwang, geoorloofd; 2 o. schriftelijk ontvangbewijs.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

reçu

1. Fr., o. reçus ([schriftelijk] ontvangstbewijs); 2. Fr., bn. (algemeen [in de mode], gebruikelijk, geoorloofd): dat is reçu; lees resuu.