Reconvalescent
(<Fr.-<Lat.), I. bn., herstellend, aan de betere hand; II. m. (-en), herstellende zieke.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.-<Lat.), I. bn., herstellend, aan de betere hand; II. m. (-en), herstellende zieke.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. re- en convalescens, -entis = o.dw van convalescere = krachtig worden, genezen, van valere = waard zijn, gezond zijn) herstellend van ziekte.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
M. J. Koenen's (1937)
Fr. van Lat. convalescens = sterker wordend, 1. bn. (herstellende, aan de beterhand); 2. m. en v. reconvalescenten (zieke, die aan de beterhand is); vr. reconvalescente, reconvalescenten.
Jozef Verschueren (1930)
(rekonvales'sent) 1. bn. herstellend, aan de beterhand. 2. m. (-en) herstellende zieke.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Lat.], I. bn., herstellend, aan de beterende hand; II. m. (-en), herstellende zieke.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: