Wat is de betekenis van Reciprok?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reciprok

bn. bw., wederzijds, wederkerig; — (rek.) reciproque getallen, die met elkander vermenigvuldigd, de eenheid geven, b.v. 7 x 1/7; 3/4 x 1 1/3 ; — reciproque begrippen, die voor elkander in de plaats gesteld kunnen worden ; — (electr.) reciproke Ohms, waarin het geleidingsvermogen (het omgekeerde van de weerstand) wordt uitgedrukt;...

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

reciprok

('prok) bn. (-ke) en bw. 1. wederzijds, wederkerig, terugwerkend. 2. voor elkander in de plaats kunnende gesteld worden : -ke begrippen. 3. Rek. waarvan het produkt gelijk is aan de eenheid : 4/3 x 3/4 zijn -ke getallen.