Wat is de betekenis van rasphuisgast?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

rasphuisgast

(1972) (Oostende) schurk; gewezen gevangene. Zie ook: rasphuis*. • Rasphuusgast: z.n. (mv. - n) , vklw. Rasphuusgasje ; o.: 1. deugniet, schurk, bandiet; 2. gewezen gevangene, vrijgelaten schurk. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)

Gerelateerde zoekopdrachten