Rappig
bn. (-er, -st), 1. (gew.) schurftig, zeer : rappige biggen; 2. (gew.) slordig, versleten: een rappige boel; 3. (plantk.) vert. van lat. squarrosus, t.w. als vele gelijksoortige delen rondom een as in allerlei richtingen zijn uitgespreid.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. (gew.) schurftig, zeer : rappige biggen; 2. (gew.) slordig, versleten: een rappige boel; 3. (plantk.) vert. van lat. squarrosus, t.w. als vele gelijksoortige delen rondom een as in allerlei richtingen zijn uitgespreid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: