Wat is de betekenis van Rapha?

2025-07-22
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Rapha

1) vermaarde reus te Gath; II Sam. 21: 16—22; I Chron. 20: 4, 6, 8. 2) afstammeling van Benjamin; I Chron. 8:2. —3) afstammeling van Saiü; I Chron. 8: 37.