Wat is de betekenis van Rande?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rande

v. (-n), (gew. in Z.-Ned.) korte periode van iets: een rande schoon weer; — eiers van de eerste, tweede rande, van de eerste, tweede leg; — de voeien hebben verscheidene randen, de konijnen werpen verscheidene keren per jaar jongen.

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Rande

buurt in de gem. Diepenveen, Overijsel, ruim 500 inw.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rande

RANDE (Zuidn.) v. (-n), een korte tijd: eene rande mooi weer; eiers van de eerste, tweede rande, van den eersten, tweeden leg; de voeien hebben verscheidene randen, de konijnen werpen jongen verscheidene keeren per jaar.