Wat is de betekenis van raggen?

(ragde, heeft geragd), (gew.) 1. wild heen en weer lopen, stoeien; — ook van tochtige dieren, o.a. van katten in ’t voorjaar; 2. een heen-en-weerschuivende beweging maken, tegen iets aan schuren: op een stoel zitten te raggen.

Raggen is een informeel Nederlands werkwoord dat wordt gebruikt om te verwijzen naar het spelen van muziek met veel energie en intensiteit, vaak op een elektrische gitaar of basgitaar. Het gaat hierbij om het snel en agressief bespelen van de snaren, waarbij veel distortion en andere effecten worden gebruikt om een krachtig geluid te creëren....

1) (1836) (< rag, pluk haar) wild tekeer gaan, heen en weer lopen; wilde bewegingen maken; ravotten; hard rijden. Ook gezegd van tochtige dieren, waaronder katten in het voorjaar. Of van honden die het bos woest doorsnuffelen (jagerstaal). • Raggen. Dit onzijdig werkwoord ben ik onderrigt , dat in de Baronie van Breda en in het Markiezaat v...

Raggen - wilde bewegingen maken.

raggen: wild heen en weer bewegen op de fiets.

(onov ww; ragde; h. geragd) - onbehouwen, hard rijden op een fiets: op een mountainbike door het veld raggen.

raggen - neuken (<een heen en weer schuivende beweging maken).

(’raggen) (ragde, heeft geragd) wild heen en weer lopen.

(ragde, heeft geragd), 1. wild heen en weer lopen, ravotten, stoeien; langs de weg raggen, woest autorijden; 2. heen-en-weer schuivende bewegingen maken, tegen iets aan schuren: op een stoel zitten raggen.