Wat is de betekenis van raffelen?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Raffelen

(raffelde, heeft geraffeld), 1. (veroud.) babbelen, beuzelen; 2. vlug en eentonig spreken; spreken zonder de klank en de zin der woorden goed tot hun recht te doen komen: het verhaal al raffelende afmaken; het raffelend opdreunen van de artikelen van de krijgswet.

2025-07-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

raffelen

vlug spreken. vlug en eentonig spreken, zonder de klank en de betekenis van de woorden goed tot hun recht te laten komen. Voorbeelden: Noodzakelijke, maar helaas niet voldoende voorwaarden voor een goed college zijn: (1) dat er in je gehoor minstens één persoon zit die je aardig vindt, althans kent [...]; (3) dat minste...

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

raffelen

raffelde, h. geraffeld (slordig en haastig iets doen, spreken, lezen enz.; Z.-N. schrapen 2).

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

raffelen

('raffələn) (raffelde, heeft geraffeld) rabbelen.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

raffelen

(raffelde, heeft geraffeld), vlug en eentonig spreken: spreken zonder de klank en de zin van de woorden goed tot hun recht te doen komen: een verhaal al raffelend afmaken.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Raffelen

RAFFELEN (raffelde, heeft geraffeld), slordig en haastig zijn werk afmaken; haastig en slordig, min of meer onverstaanbaar lezen of spreken.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten