Wat is de betekenis van Rafeling?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rafeling

v. (-en), 1. (niet alg.) uitgerafelde draden, pluksel; 2. rafelige plek in een weefsel: kousen met rafdingen en stoppen; — (gew.) de rafeling komt er in, het begint te rafelen, het raakt versleten.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rafeling

v. (het rafelen).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rafeling

v. 1. Eig. het rafelen. 2. Metn. het gerafelde.

2025-07-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rafeling

Rafeling. - Indien stroomend water langs banken of reven, of in andere richting stroomend water schuurt, ontstaat een beweging, die veel op branding lijkt. Dit noemt men r.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

rafeling

v. (-e n), verwarde beweging in het water op de plaats waar een stroming enige belemmering ondervindt, b.v. bij een ondiepte: die klip is kenbaar aan een rafeling van het water.

2025-07-27
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Rafeling

z.n.v. - Kabbeling of brabbeling in het water. De klip is alleen kenbaar aan een geringe rafeling. Stroomrafeling die by ’t kenteren van ’t tij plaats heeft.