radula
rádula, - van Lat. radĕre, afkrabben, radeeren: krabmes, rasp. Als soortnaam gebezigd voor planten, welke in eenig opzicht, ruwheid der bladeren bv., aan een rasp doen denken.
Dr. C. A. Backer (1936)
rádula, - van Lat. radĕre, afkrabben, radeeren: krabmes, rasp. Als soortnaam gebezigd voor planten, welke in eenig opzicht, ruwheid der bladeren bv., aan een rasp doen denken.
G. Th. van Kempen (1974)
(L., radere = krabben), tongrasp op de bodem van de mondholte; een vlies voorzien van duizenden kleine chitinetandjes, werkend als voedselverdelend orgaan; bij slakken en inktvissen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Lat. wrijfplaat], v./m. (-’s), rasptong, een plaatje met dwarse rijen chitinetandjes op de gespierde tong van vele weekdieren. De radula komt voor bij de wormslakken, keverslakken, Monoplacophora, slakken, olifantstandjes en inktvissen. De tandjes zijn microscopisch klein en zijn zeer verschillend van vorm en in aantal. Dit staat in nauw ver...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: