Wat is de betekenis van Radiator?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Radiator

(Eng.), m. (-s, -en), 1. toestel om warmte uit te stralen, bij centrale verwarming: men heeft thans stenen radiatoren weten te maken; 2. toestel dat het koelwater van een automobiel of vliegtuigmotor afkoelt (in niet-technische taal radiateur).

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

radiator

radiator - zelfstandig naamwoord uitspraak: ra-di-a-tor 1. element voor verwarming ♢ dit is een radiator van de centrale verwarming Zelfstandig naamwoord: ra-di-a-tor de radiator de radi...

2025-07-26
Begrippenlijst Natuur- en scheikunde

NOVA (1998)

Radiator

Letterlijk: straler. Een radiator geeft de warmte van de centrale verwarming (cv) af aan de lucht in de kamer.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Radiator

(radiateur) verwarmingstoestel

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

radiator

toestel om warmte uit te straal; verkoeler.

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Radiator

buizenstelsel om warmte uit te stralen.

2025-07-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

radiator

radiator.

2025-07-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Radiator

voorwerp, dat iets uitstraalt, meer speciaal gebezigd voor warmte-uitstralende toestellen. Deze komen voor bij centrale verwarming; het zijn buissystemen, waardoor warm water of stoom warmte aan het vertrek afgeeft. Bij motorvoertuigen is de R. een voor aan de wagen geplaatst complex van kanalen, waardoor het water dat de motor koelt gevoerd wordt,...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

radiator

m. toestel tot verhoging v. h. uitstralingsvermogen van verwarmingsbuizen bij centrale verwarming of tot vergroting v. h. afkoelingsvlak v. motoren.