pyrophilus
pyróphilus (-a, -um), - van Gr. pur (puros), vuur; phĭlein, beminnen: vuurbeminnend; op vuurspuwende bergen groeiend; op plaatsen groeiend, waar vulkanische werking te bespeuren valt (bij heete bronnen bv.); op plaatsen opslaand, waar een bosch- of grasbrand heeft gewoed.