Pyjama
(<Eng. <Hind.), v. (-’s)j nachtkleding, bestaande uit jas en broek.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
nachtkleding uit een broek en jasje. nachtkleding die meestal bestaat uit een broek en een jasje, gemaakt van een zachte stof als flanel of katoen. Voorbeelden: Ruim de helft van alle dames stapt 's avonds met een pyjama in bed in plaats van met een soepel vallend bedjurkje, zoals de heren willen. 2003 Dus als papa altij...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
pyjama - zelfstandig naamwoord uitspraak: py-ja-ma 1. nachtkleding bestaande uit broek en jasje ♢ hij draagt altijd gestreepte pyjama's Zelfstandig naamwoord: py-ja-ma de pyjama de pyjam...
Genootschap Onze Taal (2001)
Wat is de herkomst van pyjama? a Het is een verbastering van het Arabische pu-amah, de benaming van een fijn soort linnen waarvan de Arabieren luchtige nachtkleding maakten. b Pyjama is afkomstig uit een eskimotaal; in die taal is het de aanduiding voor een soort hansop die ook de handen en voeten warm houdt. c Het is - via het Enge...
Fink (1998)
Wie slechts gekleed in een pyjama of nachthemd door een droom loopt, is bang om in de waaktoestand iemand tekort te doen en zich bloot te geven. (Zie ook ‘Jurk’, ‘Naaktheid’.)
Getty Research Institute (1990)
pyjama - Ruimvallende kledingstukken uit één of twee delen, bestaande uit een korte of lange broek en een bovenstuk in de vorm van een hemd of een truitje; vooral gedragen om in te slapen of binnenshuis te luieren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: