Wat is de betekenis van puzzelen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Puzzelen

(puzzelde, heeft gepuzzeld), 1. zich bezighouden met het oplossen van puzzles; 2. piekeren, peinzen: over iets zitten te puzzelen.

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

puzzelen

puzzelen - regelmatig werkwoord uitspraak: puz-ze-len 1. voor je plezier opgaven maken of oplossen of stukjes samenvoegen ♢ zijn hobby is puzzelen Regelmatig werkwoord: puz-ze-len ik puzzel ...

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Puzzelen

puzzles oplossen; piekeren.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

puzzelen

(puzzelde, heeft gepuzzeld) zich met puzzels bezighouden.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

puzzelen

(puzzelde, heeft gepuzzeld), 1. zich bezighouden met het oplossen van een puzzel of puzzels; 2. piekeren, peinzen om tot een oplossing te komen.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)