Wat is de betekenis van Pulso?

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Pulso

(1); I. in ’t alg. a. eig., (op -, tegen iets) stoten, - slaan, - kloppen, b.v. van dansers, celeri humum ter pede, Ov., pede libero tellurem., Hor.; van paarden, pedibus spatium Olympi, doortrappelen, poët. = doorijlen, Ov.; van rijdenden, curru Olympum, Verg.; van stervenden, humum moribundo vertice,...

2025-07-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

pulso

m. pols; tact, beleid, voorzichtigheid; a pulso, alleen met de hand; tomar el pulso de, de pols voelen van; polsen, peilen.

Gerelateerde zoekopdrachten