Wat is de betekenis van puffer?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

puffer

(W.O. I) (Vlaanderen, sold.) artilleriegeschut. • Het artilleriegeschut noemden de soldaten de keffer, puffer, klabetter of klakbuize. Een gasmasker noemden ze metaforisch een gazeketel, muilband, spekkendoze, varkenssnuit of verrekijker. Een granaattrechter vol water was een natmaker of spoelkom. Brandewijn werd gedegradeerd tot couragenat of...

2025-07-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

puffer

inhalator Is dit een vrouw? Kort, zwart stro, geklit tegen een smalle schedel. Blauwe rook. Astma - twee keer gebruikt ze een soort van puffer. Spijkerjack en grijns. Veel lach- en andere rimpels. Littekens als van lang vervlogen jeugdbrand. Bruine ogen en vergeelde tanden. (Tom Lanoye, Zwarte tranen) Belgisch-Nederlandse Standaardt...

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

puffer

1. puffer; snoever, windmaker; reclamemaker; 2. opjager [bij veilingen].

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Puffer

poffer, aardappelcake; zakpistool; buffer.