Puber
(Lat.), m. en v. (-s), jongmens in de periode van de puberteit.
Muiswerk Educatief (2017)
puber - zelfstandig naamwoord uitspraak: pu-ber 1. jongere tussen 12 en 18 jaar ♢ er wordt altijd gezegd dat pubers lastig zijn Zelfstandig naamwoord: pu-ber de puber de pubers ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
iemand die zich onvolwassen gedraagt, die nog in de puberteit zit. Het is een Fries, een stugge boerenlul. Ik schold hem uit voor ‘puber’ en we kregen de grootste mot. (Jan Cremer, Ik Jan Cremer, 1964)
Dr. C. A. Backer (1936)
puber (-er, -er), - (Lat.) geslachtsrijp; bij uitbreiding de teekenen der geslachtsrijpheid dragend, behaard, zachtharig.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat = bijvorm van pubes = als zn: de tekenen van de manbaarheid, nl. de baardharen] jongen of meisje in de leeftijd van de puberteit, z.a., tussen kind en adolescent.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: