Wat is de betekenis van Pterocarya?

Pterocárya Kth [K. S. Kunth], - van Gr. ptĕron, vleugel; karŭon, noot. De nootachtige vrucht is gevleugeld door de ermede vergroeide schutblaadjes.

van Gr. woorden die betekenen: vleugel - noot; de nootachtige vrucht is gevleugeld door de ermee vergroeide schutblaadjes

fam. Juglandaceae, vleugelnoot. Bomen, waarvan de twijgen naakte knoppen en z.g. geladderd merg bezitten; de vruchten (noten) hebben verschillend gevormde vleugels. Als parkboom komt veel voor P.fraxinifolia (LAM.) SPACH uit W.Az., met grote geveerde bladeren en zeer lange, hangende katjes.

→ Vleugelnoot.

Pterocarya, - Vleugelnoot, plantengeslacht der Juglandaceeën, met 5 soorten in O.-Azië en één in Transkaukasië. Het zijn boomen met zeer lange bloemkatjes en gevleugelde noten in 30 a 45 c.M. lange trossen, naakte knoppen en groote gevederde bladeren. Zij eischen tamelijk veel licht en een diepen, frisschen, leemachtig zandigen bodem. Gekweekt word...

plantengeslacht uit de familie Juglandaceae, met 12 boomsoorten uit gematigd Azië. Blad geveerd. Bloemen eenslachtig, de vrouwelijke in lange, hangende katjes. Vrucht eenzadig, droog, tweevleugelig. Als sierboom wordt gekweekt in de Benelux Pterocarya fraxinifolia, Kaukasische vleugelnoot (lange schubloze, roestbruine knop), en P. stenoptera...