psyllium
psýllium, - van Gr. psulla, vloo: vlooienzaad. Vgl. Dodoens, Cruydeboeck, 2e dr. (1563), 94, 95: “(Het saet es) cleyn, castaniebruyn, glattich, van grootte coluere ende fatsoene, den vloeyen seer ghelyck…Men schrijft oock van Vloycruyt dat gheen vloyen in die huysen en comen oft en wassen daer dit cruyt noch gruen wesende, in ghebrach...