Pruts
(-en), 1. v., iets dat niet degelijk, niets bijzonders is: ’t is maar pruts; 2. m. en v., (Zuidn.) nietswaardig persoon: een pruts van een vent.
Van Dale Uitgevers (1950)
(-en), 1. v., iets dat niet degelijk, niets bijzonders is: ’t is maar pruts; 2. m. en v., (Zuidn.) nietswaardig persoon: een pruts van een vent.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
prul, kleinigheid, (koosnaam) kindje Als er iets, het minste, sukkelachtigste prutsje verkeerd gaat, hop, hij is de piste uit. (Hugo Claus, Omtrent Deedee) In zijn jeugd, toen zijn speelkameraden hem spottend 'pruts' noemden en hem geringschattend links lieten liggen in hun balsturige krachtpatserijen, had hij maa...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(de, -en) prul, vod, rommel, wat niet deugt, ding van geen waarde, sul, sufferd. - prutske, peutertje, ukkepuk. Tot ik vijf jaar was kreeg ik elke winter een longontsteking. Ik was een prutske, moest veel thuisblijven van school en lag altijd in het bed dat ze bij ons thuis beneden hadden gezet. - DM, 01-02-2003.
Walter De Clerck (1981)
I. v. 1. Iets van weinig waarde: prul, vod, spul; hij koopt altijd van die klein prutsen; - ook: iets van weinig belang: bagatel. 2. Iets dat (moreel) niet deugt: slechte zaak, (deugnieten)streek, deugnieterij; ook in toep. op ‘oneerbare’ handelingen; - ook: domme, dwaze praat; praatjes, soms bep.: leugen. Als ge ’s nachts...
M. J. Koenen's (1937)
v. prutsen (iets, wat niet deugt, klein, gering is; ding van geen waarde; vod): fig. pruts van volk, d. i. gepeupel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: