Wat is de betekenis van protuberantie?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Protuberantie

(Fr.), v. (-s), 1. uitwas; 2. ben. voor enigszins roodachtige uitsteeksels van de corona der zon, inz. waarneembaar bij zonsverduisteringen; zij bestaan uit gloeiende gasmassa’s. Ook (germ.) protuberans'.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Protuberantie

[zie protuberans](med.) uitwas, gezwel.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Protuberantie

(protuberans) uitwas; uitsteeksel van de zon (sterrenk.)

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

protuberantie

v. protuberanties (Lat. protuberantia van protuberare = uitgroeien: geneesk. uitwas, gezwel; sterrenk. plek in een hemellichaam, sterker licht uitstralend dan de omgeving).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

protuberantie

('ransi) v. (-s)(Lat. protuberare, uitgroeien] 1.Algm. uitwas, gezwel, buil. 2.Inz. een van de zonnevlammen die uit de zon, bij totale zonsverduistering, te voorschijn treden.