PROSELIETEN
(Gr., aankomelingen) heetten de heidenen, die zich door besnijdenis in de joodse gemeenschap lieten opnemen. Deze groep staat als „proselieten der gerechtigheid” tegenover de „proselieten der poort”, waarmee elke vreemdeling, die in het H. Land vertoefde, werd aangeduid. Van beide groepen dienen te worden onderscheiden de &b...