Wat is de betekenis van propriety?

2025-07-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

propriety

gepastheid; juistheid: behoorlijkheid, fatsoen, welvoeglijkheid; the proprieties, het decorum; play propriety to, chaperonneren.

Gerelateerde zoekopdrachten