Wat is de betekenis van Propre?

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Propre

I. eigen; eigenlijk; net(jes), schoon, rein, zuiver, zindelijk, helder le propre jour de sa naissance, op de dag zelf van zijn geboorte; le mot propre, ’t juiste woord; ses propres mots, zijn eigen woorden; propre comme un sou neuf, brandhelder, kraakzindelijk; il est propre!, le voilà propre!, daar zit hij nu (met zijn gebakken peren)...

2025-07-25
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Propre

zindelijk, lief, net.