Prōlŏquor
cūtus (quūtus) sum (3), uitspreken, ronduit zeggen, quod proloqui piget, Liv., m. a c c. c. i n f., Liv., m. afh. vraag, Com., absol., omitto proloqui, daarvan zwijg ik, Ter.; in ’t bijz., voorspellen.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
cūtus (quūtus) sum (3), uitspreken, ronduit zeggen, quod proloqui piget, Liv., m. a c c. c. i n f., Liv., m. afh. vraag, Com., absol., omitto proloqui, daarvan zwijg ik, Ter.; in ’t bijz., voorspellen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: