Wat is de betekenis van Proever?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

proever

(19e eeuw) (euf.) drinkebroer. 'Een echte proever'. Proeven is dan een eufemisme voor zuipen. • De rum is hier ook zoo goedkoop, dat een Hollansche proever ervan zou watertanden. (De West-Indische Gids. Volume 16. 1935) • (Paul van Riel: Kroegwoordenschat. 1998) • Hij waar ‘n pruujverke. Hij was een proevertje. Hij was een dr...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Proever

s., priuwer,

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

proever

m. proevers (drinkebroer).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

proever

('proevər) m. (-s) 1. Alom. hij die proeft. 2. Inz. drinkebroer.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

proever

m., 1. iemand die proeft, onderzoekt, keurt of toetst; 2. dronkaard: hij is een echte proever.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Proever

Proever - m., PROEFSTER, v. (-s), die proeft, onderzoekt; — iem. die veel sterken drank gebruikt, een dronkaard : hij is een echte proever; — essayeur.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)