Wat is de betekenis van Proefstuk?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Proefstuk

o. (-ken), 1. (eert. bij de gilden) werkstuk waaraan een leerling zijn bekwaamheid toonde ten overstaan van de proefmeesters; 2. meesterstuk; — voorwerp waarop proeven genomen worden; inz. stuk ijzer, staal, verharde mortel om beproefd te worden, ter vaststelling van hoedanigheid, vastheid enz.

2025-07-25
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

proefstuk

Hij was niet aan zijn proefstuk [toe] (heeft al eerder met dat bijltje gehakt, heeft zijn sporen al verdiend, kent het klappen van de zweep; vgl. ne pas en être à son coup d’essai).

2025-07-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

proefstuk

(het) - niet aan zijn proefstuk (toe) zijn, al ervaring hebben, het klappen van de zweep kennen. Het scenario van Matroesjka's werd geschreven door Marc Punt, die niet aan zijn proefstuk toe is. Hij schreef onder meer de scenario's voor Ad Fundum van zijn vroegere kompaan Jan Verheyen, en hij schreef én regisseerde bovendie...

2025-07-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

proefstuk

proefstuk - Kunstwerken die de kunstenaar ter goedkeuring overlegt aan een academie, als onderdeel van de toelatingseisen voor lidmaatschap. Gebruik 'gildeproeven' voor voorwerpen vervaardigd ter verwerving van het meesterrecht binnen een gilde.

2025-07-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

proefstuk

In de uitdr. niet aan zijn proefstuk zijn, veel ervaring hebben, van wanten weten, het knallen van de zweep kennen; geen beginneling zijn, iets al eerder gepresteerd hebben enz. «En wat moet ik dan zeggen?» vroeg de moeder. «De waarheid. Ze zullen u vragen stellen en u hoeft alleen maar te antwoorden. Trouwens, een paar va...

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

proefstuk

monster.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Proefstuk

s.n., proefstik (it).

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

proefstuk

o. proefstukken (meesterstuk bij de voormalige gilden): zegsw. zijn proefstuk leveren, bewijs van bekwaamheid afleggen of inleveren.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

proefstuk

(’proef) o. (-ken) Eert. meesterstuk bij de gilden als proef van bekwaamheid : zijn leveren, bewijs van bekwaamheid afleggen.