Wat is de betekenis van proclitisch?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Proclitisch

bn., van den aard van of in proclisis: een proclitische n; het proclitische gebruik.

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Proclitisch

bn & bw proclisis vertonend.

2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

proclitisch

aanleunend; zich toonloos aansluitend aan de volgende beklemde lettergreep.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

proclitisch

bn., bw. (zich [toonloos] aansluitend aan een volgend woord).

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

proclitisch

bn., als, van of in proclisis: een proclitische n.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)