Wat is de betekenis van Proclisis?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Proclisis

(Gr.-Lat.), v., toonloze aansluiting van een eenlettergrepig woord aan het onmiddellijk volgende, b.v. ’kwas = ik was, ’tis = het is.

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Proclisis

[zie enclisis] toonloze aansluiting van een eenlettergrepig woord aan het volgende beklemtoonde, bijv.: 't is = het is.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Proclisis

(proklisis) aansluiting aan het onmiddellijk volgende woord (taalk.)

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Proclisis

aansluiting van toonloos woord bij volgend, bijv.: ’tis = het is.

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

proclisis

v. aanleuning: het toonloos aansluiten van een eenlettergrepig woordje aan een volgend beklemd woord, bv. (he)thoofd, i(kweet).

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

proclisis

v. (Gr.-Lat. eig. aanleuning vóór aan een woord; [toonloze] aansluiting v. e. eenlettergrepig woordje aan het onmiddellijk volgende), b.v. (i)kwas, (he)tboek enz.

2025-07-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Proclisis

(philol.). Wanneer het hoofdwoord in een accenteenheid achteraan staat, verzwakken de daaraan voorafgaande zgn. proclitische woorden ten gevolge van den minderen nadruk. Bijv. Ned. thuis < te huis.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

proclisis

[Gr.-Lat.], v. (-sen, -ses), toonloze aansluiting van een eenlettergrepig woord aan het onmiddellijk volgende, b.v. ’kwas = ik was, 'tis = het is.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)