Wat is de betekenis van printer?

2025-07-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

printer

(zelfstandig naamwoord) [alg.] afdrukker, afdrukeenheid, afdrukapparaat [alg.] fotodrukker

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

printer

printer - zelfstandig naamwoord uitspraak: prin-ter 1. apparaat waarmee je computergegevens op papier afdrukt ♢ de brief kwam uit de printer Zelfstandig naamwoord: prin-ter de printer de...

2025-07-24
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Printer

Apparatuur die informatie afdrukt op kassarollen of computerpapier.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Printer

[Eng. = drukker] 1 (fot.) automatische afdruk- en vergrotingsmachine; 2 (comp.) apparaat dat gegevens die afkomstig zijn van een computer op papier afdrukt.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Printer

automatische afdruk- en vergrotingsmachine (fotog.); apparaat waarmee gegevens uit de computer afgedrukt kunnen worden

2025-07-24
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

printer

machine die de computeruitvoer in leesbare vorm op papier afdrukt. - afdrukmachine (f); drukker.

2025-07-24
Journalistiek begrippenlijst

Henk Vreekamp (1989)

Printer

computergestuurd afdrukapparaat. Voor het afdrukken printen, bestaan vier methoden: de daisy wheel (letterschijf), de matrixprinter (printnaalden), de laserprinter (lasergestuurde inkjet) en de plotter (inkjet voor lijntekeningen).

2025-07-24
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Printer

Afdrukeenheid Een uitvoereenheid, die de gegevens van een computersysteem afdrukt.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

printer

drukker; printer's error, drukfout.