Wat is de betekenis van prinsbisdom?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Prinsbisdom

o. (-men), gebied van een prinsbisschop: het prinsbisdom Luik.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

prinsbisdom

(prinz'bizdom) o. (-men) bisdom van een prinsbisschop.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

prinsbisdom

o. (-men), (hist.) gebied van een prins-bisschop: het prinsbisdom Luik.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)