Wat is de betekenis van Prijs (2)?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Prijs (2)

Prijs (2) - v. buit, verovering : een schip prijs maken, nemen en als buit behouden; voor goede prijs verklaren; hij heeft het prijs gemaakt, buit gemaakt.